Aangepaste scaninstellingen
U beheert deze instellingen op de volgende locatie: Scanopties (tandwielpictogram) ▸ Scan plannen
Via het scherm Scanparameters kunt u het bereik instellen of wijzigen van scans die kunnen worden uitgevoerd via Scanopties. Als u de wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op OK om uw scaninstellingen op te slaan.
Opmerking: hoewel er aanpasbare instellingen beschikbaar zijn voor sommige vooraf gedefinieerde scans, raden we u aan alleen instellingen te wijzigen via Scan plannen.
Uw scan een naam geven
Geef in het gedeelte Scan een naam en beschrijving voor uw scan op.
Deze gegevens worden weergegeven in de lijst met geplande scans (zichtbaar in Scanopties), zodat u elke scan eenvoudig kunt herkennen.
Scangebieden definiëren
In Scangebieden, u kunt de vervolgkeuzelijst gebruiken om de gegevensruimte te selecteren die door de scan moet worden geanalyseerd. U kunt de volgende gebieden scannen:
- Opslagstations en verwisselbare media: de opties in dit gedeelte gelden voor gegevens die worden opgeslagen op fysieke apparaten, zoals harde schijven en USB-sticks.
- Autostartprogramma's en modules die in het geheugen zijn geladen: de opties in dit gedeelte gelden voor toepassingen en processen die worden gestart nadat het systeem is opgestart of worden uitgevoerd op de achtergrond.
- Interactieve selectie: met deze optie moet u voor elke uitvoering van de scan een locatie op uw pc opgeven.
- Rootkits: u kunt kiezen tussen verschillende grondigheidsniveau. Rootkits (volledige scan) is de grondigste, maar ook de traagste optie.
Als u nog een gebied aan de lijst wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Als u een gebied wilt verwijderen, klikt u op de betreffende rij en klikt u op Verwijderen.
Bestandstypen opgeven
Bij Bestandstypen configureert u uw scan om alle bestanden in het gedefinieerde gebied te analyseren door Alle bestanden scannen (traagst) te selecteren. U kunt uw scan ook zo configureren dat alleen die bestanden worden geanalyseerd die doorgaans kwetsbaar zijn voor malware. Selecteer een van de volgende opties:
- Inhoud (traag): de indeling van elk bestand wordt bepaald op basis van de inhoud en vervolgens worden de bestanden gescand die doorgaans als kwetsbaar voor malware worden beschouwd. Deze optie is nuttig als de bestandsinhoud afwijkt van het extensietype in de bestandsnaam.
- Bestandsnaamextensie (snel): hierbij worden alleen bestanden met riskante extensies, zoals .exe, .com en .bat, gescand. U kunt ook op Toevoegen klikken om de extensietypen op te geven die moeten worden geanalyseerd tijdens de scan. In dat geval worden alleen de opgegeven extensietypen gescand.
Opmerking: voor nieuwe aangepaste scans is Inhoud standaard geselecteerd, aangezien deze optie de ideale balans tussen grondigheid en snelheid biedt. Alle bestanden scannen is de grondigste, maar ook de traagste optie.
Andere scaninstellingen
Via de tabbladen links in het venster kunt u verschillende aspecten van uw scan beheren.
Gevoeligheid
In het scherm Gevoeligheid kunt u de volgende instellingen voor de scan opgeven:
- Heuristiek: op basis van heuristiek kan AVG onbekende virussen en malware detecteren door code te analyseren voor opdrachten die op kwaadaardige bedoelingen kunnen duiden. Geef uw voorkeuren voor de volgende opties op:
- Gebruik de groene balken om het gewenste niveau van heuristische gevoeligheid in te stellen. De standaardinstelling voor nieuwe aangepaste scans is Normaal (drie balken). Bij een hogere gevoeligheid is de kans groter dat virussen worden gedetecteerd, maar zal ook het aantal fout-positieve meldingen (bestanden worden onterecht als malware geïdentificeerd) toenemen.
- Schakel Code-emulatie gebruiken om vermoedelijke malware uit te pakken en te testen in een geëmuleerde omgeving waarin het bestand geen schade aan uw pc kan aanrichten. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld voor nieuwe aangepaste scans.
- Gevoeligheid: schakel het selectievakje Alle bestanden controleren in als tijdens de scan hele bestanden moeten worden geanalyseerd in plaats van alleen de delen die doorgaans worden getroffen door schadelijke code. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, is de scan langzamer, maar wel grondiger.
- PUP's en verdachte bestanden: schakel het selectievakje Scannen op mogelijk ongewenste toepassingen (PUA's) in als u ook wilt scannen op ongemerkt met andere programma's gedownloade toepassingen die doorgaans ongewenste activiteiten uitvoeren.
- Koppelingen: schakel het selectievakje Koppelingen volgen tijdens scannen in om AVG in staat te stellen ook bestanden te scannen die worden gebruikt door de bestanden die worden gecontroleerd op mogelijk schadelijke inhoud. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld voor nieuwe aangepaste scans.
Opmerking: hoe meer opties u selecteert en hoe hoger de gevoeligheid, des te grondiger uw pc wordt gecontroleerd. Bij een hogere gevoeligheid nemen scans meer tijd in beslag, is de kans op fout-positieve meldingen groter en worden er meer bronnen verbruikt op uw pc.
Compressieprogramma's
In het scherm Compressieprogramma's kunt u aangeven welke gecomprimeerde bestandstypen tijdens de scan moeten worden uitgepakt, bijvoorbeeld .zip en .rar. Bestanden kunnen beter op malware worden geanalyseerd wanneer deze zijn uitgepakt. Het uitpakken van een bestand is hetzelfde als het extraheren van een bestand uit een archief. De originele archieven, inclusief de bestanden hierin, blijven intact tijdens scans.
Standaard zijn de selectievakjes Zelf-extraherende archieven, Droppers en NTFS-streams ingeschakeld voor nieuwe aangepaste scans. Andere archieftypen hoeven niet gescand te worden omdat ze alleen schade aan uw pc kunnen aanrichten als ze worden uitgepakt. Als u het selectievakje Alle compressieformaten inschakelt, worden alle archiefbestanden geanalyseerd. Hierdoor nemen scans veel meer tijd in beslag.
Opmerking: voor meer informatie over een bepaald bestandstype kunt u het selectievakje voor het type inschakelen en de informatie onder Beschrijving van compressieprogramma onder in het scherm bekijken.
Acties
In het scherm Acties kunt u automatische reacties configureren voor de bedreigingen die worden gedetecteerd door de scan.
Ga als volgt te werk:
- Schakel Automatisch acties uitvoeren tijdens scannen (standaard uitgeschakeld voor nieuwe aangepaste scans) in.
- Selecteer een bestandstype (Virus, PUP of Verdacht) en selecteer de actie die moet worden toegepast:
Opmerking: u kunt verschillende acties opgeven voor elke detectietype.- Automatisch verwerken: er wordt geprobeerd het bestand te repareren. Als dit niet lukt, wordt het bestand naar Quarantaine verplaatst. Lukt dit ook niet, dan wordt het bestand verwijderd.
- Verplaatsen naar Quarantaine: het bestand wordt naar Quarantaine verzonden zodat het geen schade kan aanrichten aan uw systeem.
- Herstellen: de schadelijke code wordt verwijderd als het bestand alleen gedeeltelijk is geïnfecteerd. Deze actie is niet mogelijk als de hele code malware is.
- Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand van uw pc.
- Geen actie: de inhoud of locatie van het bestand wordt niet gewijzigd (niet aanbevolen als automatische actie).
- Schakel het selectievakje De geselecteerde actie zo nodig uitvoeren bij het opnieuw starten in als de acties moeten worden uitgevoerd wanneer de pc opnieuw wordt opgestart (standaard ingeschakeld voor nieuwe aangepaste scans).
- Geef de actie op die moet worden uitgevoerd als tijdens de scan een schadelijk of verdacht bestand of programma in een archief wordt gedetecteerd (opgegeven in Compressieprogramma's):
- Proberen alleen het bestand uit het archief te verwijderen; als dit niet lukt, niets doen (standaardoptie voor nieuwe aangepaste scans): er wordt geprobeerd het bestand of programma uit het archief te verwijderen, maar het hele archief wordt niet verwijderd.
- Proberen alleen het bestand uit het archief te verwijderen; als dit niet lukt, het hele archief verwijderen: het hele archief wordt verwijderd als het niet lukt om het bestand of programma daarin te verwijderen.
- Altijd het hele archief verwijderen: het hele archief wordt verwijderd.
- Klik op OK.
Prestaties
Geef de volgende instellingen voor de scan op:
- Scanprioriteit: gebruik de groene balken om de prioriteit van de scan op te geven wanneer er ook andere toepassingen worden uitgevoerd op uw systeem. Bij een hogere prioriteit wordt de scan sneller uitgevoerd, maar worden andere toepassingen trager. Normaal (twee balken) is de standaardinstelling voor nieuwe aangepaste scans.
- Scan versnellen door de persistente cache te gebruiken: hiermee kan tijdens de scan worden gebruikgemaakt van de bewaarde gegevens van eerder gescande bestanden. Vertrouwde bestanden die al zijn geverifieerd als veilig worden niet opnieuw gescand zodat scans sneller kunnen worden verwerkt. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld voor nieuwe aangepaste scans.
- Gegevens over gescande bestanden bewaren in de persistent cache: er worden gegevens over gescande bestanden in het permanente geheugen van uw systeem opgeslagen zodat voor toekomstige scans kan worden gebruikgemaakt van deze gegevens en deze scans sneller kunnen worden uitgevoerd. De gegevens in de persistente cache gaan niet verloren als het systeem opnieuw wordt opgestart of de virusdefinities worden bijgewerkt.
- Scannen versnellen door bestanden te lezen in de opslagvolgorde op de schijf: als u dit selectievakje inschakelt, kost het tijdens een scan minder tijd om opgeslagen gegevens te vinden omdat de bestanden worden gescand in de volgorde waarin de fysieke gegevens zijn opgeslagen op de schijf, niet in de volgorde waarin de bestanden zijn ingedeeld in het bestandssysteem. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld om nieuwe aangepaste scans sneller te maken, maar deze optie is alleen effectief voor NTFS-stations (New Technology File System).
Rapportbestand
Via het scherm Rapportbestand kunt u opgeven of er na elke scan een rapport moet worden geproduceerd. Wanneer u vanwege een probleem contact opneemt met een ondersteuningsmedewerker van AVG, kunt u worden gevraagd om een rapportbestand.
Ga als volgt te werk om automatische scanrapporten te genereren:
- Schakel het selectievakje Rapportbestand genereren in.
- Configureer de volgende instellingen:
- Bestandsnaam: geef een naam voor het rapportbestand op.
- Bestandstype: selecteer de indeling van het rapportbestand (Tekst zonder opmaak (ANSI), Tekst zonder opmaak (Unicode) of XML).
- Als het bestand bestaat: selecteer Toevoegen als nieuwe resultaten moeten worden toegevoegd aan het einde van het vorige rapport of Overschrijven als nieuwe resultaten het vorige rapport moeten vervangen.
- Geef de inhoud van het rapport op:
- Geïnfecteerde items: bestanden en gebieden van de gescande omgeving die als geïnfecteerd met malware zijn geïdentificeerd. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.
- Persistente fouten: onverwachte fouten die nader moeten worden onderzocht. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.
- Zachte fouten: kleine fouten, bijvoorbeeld een bestand dat niet kon worden gescand omdat het in gebruik was.
- Schone items: bestanden en gebieden die als schoon zijn geïdentificeerd. Als u dit selectievakje inschakelt, worden de rapporten erg groot.
- Overgeslagen items: bestanden en gebieden die niet zijn gecontroleerd vanwege de scaninstellingen.
- Klik op OK.
Rapportbestanden worden opgeslagen op een van de volgende locaties:
- Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 of Windows Vista: C:\ProgramData\AVG\Antivirus\report
- Windows XP: C:\Documents and Settings\All Users\Application Data\AVG\Antivirus\report
Uitzonderingen
In het scherm Uitzonderingen kunt u opgeven welke bestanden of mappen moeten worden genegeerd tijdens de scan. Als u een nieuw item wilt toevoegen, typt u de locatie handmatig in het tekstvak of klikt u op Bladeren, selecteert u de betreffende map en klikt u op OK.
Als u nog een locatie aan de lijst wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Als u een locatie wilt verwijderen, klikt u op de betreffende rij en klikt u op Verwijderen.
Bestands- en maplocaties kunnen de jokertekens ? en * bevatten. Het sterretje vervangt een of meer tekens en het vraagteken vervangt één teken. Voorbeelden:
- Als u alle HTML-bestanden wilt uitsluiten, typt u *.htm* in het tekstvak.
- Als u een map en de submappen wilt uitsluiten, voegt u \* aan het einde van de mapnaam toe, bijvoorbeeld C:\voorbeeld\* .
- Wilt u alle bestanden uitsluiten die op een bepaalde manier zijn gelabeld op een van uw stations, dan kunt u ?:\ toevoegen voor het pad, bijvoorbeeld ?:\voorbeeld.exe .
Opmerking: de uitzonderingen die u in dit scherm opgeeft, gelden alleen voor de geselecteerde scan en hebben geen invloed op andere scans of actieve beschermingsonderdelen. Als u een locatie wilt uitsluiten van alle AVG Antivirus-scans, gaat u naar Menu ▸ Instellingen ▸ Algemeen ▸ Uitzonderingen om de locatie op te geven.
Plannen
Ga als volgt te werk om de scan te plannen:
- Schakel Deze scan plannen in en geef op of de scan één keer (Eenmalig) of regelmatig (Dagelijks, Wekelijks of Maandelijks) moet worden uitgevoerd.
- Beheer uw voorkeuren voor de volgende opties:
- Scan niet starten als batterijvoeding actief is: schakel dit selectievakje in om planningsinstellingen te negeren als uw pc niet is aangesloten op een voedingsbron.
- Scanproces onderbreken bij activeren batterijmodus: schakel dit selectievakje in als de scan moet worden onderbroken als de stekker van uw pc tijdens de scan wordt verwijderd uit de voedingsbron.
- Het systeem wekken om de scan te starten (als de slaapstand actief is): schakel dit selectievakje in als de geplande scan zelfs moet worden uitgevoerd als de energiebesparingsmodus is ingeschakeld.
- Het systeem afsluiten na beëindiging van de scan: schakel dit selectievakje in als uw pc automatisch moet worden uitgeschakeld na de scan.
- Stel het tijdstip in waarop de scan moet worden uitgevoerd. Gebruik hiervoor een 24-uursnotatie.
- Stel in op welke dag de scan moet worden uitgevoerd.
- Klik op OK.
Opmerking: geplande scans kunnen niet worden uitgevoerd wanneer uw pc is uitgeschakeld.